Filosofen

We zochten naar verschillende filosofen die iets vertelden over geluk. We probeerden dit in eigen woorden uit te leggen.

Links zie je telkens een tekst die we vonden op het internet over een filosoof. Rechts probeerden we die tekst in eigen woorden om te zetten.

 

Aristoteles en metafysisch geluk

Voor Aristoteles, de meest erkende metafysische filosoof, is geluk het grootste verlangen en de belangrijkste ambitie van de mens. Hij was van mening dat we geluk kunnen bereiken door middel van deugdzaamheid. Met andere woorden: als iemand in zichzelf de grootste deugden ontwikkelt, dan zal hij uiteindelijk geluk bereiken.

Voor Aristoteles is dit niet alleen een tastbare staat van zijn, maar juist een leefstijl. Het hoofdkenmerk van deze manier van leven is om voortdurend het beste in iedereen naar boven te halen.

Het is ook noodzakelijk om voorzichtig te zijn en om een goede ‘daimon’ te hebben,  oftewel een goed lot of mazzel, om een leven te leiden dat vol en werkelijk gelukkig is. Daarom wordt deze these over geluk ook wel ‘eudaimonia’ of ‘eudemonisme’ genoemd.

Aristoteles ontwikkelde de filosofische basis waar vervolgens de christelijke kerk op is voortgebouwd. Daardoor kunnen er veel overeenkomsten gevonden worden tussen de ideeën van deze grote denker en de joods-christelijke geloven.

 

Aristoteles in eigen woorden

Metafysica = studie van wat we niet met de zintuigen kunnen waarnemen, vb.: wat is geluk.

Volgens Aristoteles kan je geluk bereiken als je jezelf zo goed mogelijk ontwikkelt. 

Die ontwikkeling is een leefwijze, je moet dus voortdurend bijleren of zoals ze dat op school zeggen: levenslang leren.

Aristoteles probeerde hierbij het beste van iedereen naar boven te halen zodat iedereen leeft naar zijn talenten.

Aristoteles was wel een voorzichtig man die ook geloofde dat het lot ook moest meezitten om gelukkig te zijn.

Het is ook de basis van de christelijke kerk, er zijn dus veel gelijkenissen tussen zijn ideeën en die van het joods-christelijk geloof.

 

Epicurus en hedonistisch geluk

Epicurus was een Griekse filosoof die tegenstrijdig was met metafysische filosofen. In tegenstelling tot hun overtuigingen ging Epicurus er niet vanuit dat geluk zijn oorsprong alleen kende in de spirituele wereld, maar dat het juist ook veel te maken had met meer aardse dimensies.

Epicurus ontwikkelde zelfs een stroming die epicurisme genoemd wordt en had ook zijn eigen school die ‘De tuin’ genoemd werd. Veel interessante ideeën en conclusies zijn ontstaan uit het epicurisme.

Epicurus stelde dat balans en matigheid de aspecten zijn die ruimte creëren voor geluk.Dit idee wordt goed samengevat in een van zijn meest bekende uitspraken: “Hij die niet tevreden is met een beetje, is tevreden met niets.”

Epicurus was van mening dat liefde weinig te maken had met geluk en dat juist vriendschap daarentegen veel belangrijker was. Hij stond ook op het idee dat men niet moet werken zodat hij geld kan verdienen om goederen te kunnen kopen, maar dat hij moet werken vanuit liefde voor het werk.

 

Epicurus in eigen woorden

Hedonisme is het streven naar genot.

Epicurus was een Griekse filosoof die vond dat balans en alles met mate, de basis waren om plaats te maken voor geluk. 

Eén van zijn meest bekende uitspraken, vat dit goed samen: “Hij die niet tevreden is met een beetje, is tevreden met niets.”

Hij vindt vriendschap belangrijker dan liefde.

Ook vindt hij dat iedereen zou moeten gaan werken omdat hij zijn job graag doet en niet omdat hij er geld mee verdient om zo alles te kunnen kopen.

Nietzsche en de kritiek van geluk

Volgens Nietzsche is het leiden van een vredig bestaan zonder zorgen het verlangen van de middelmatige mens die geen grotere betekenis aan het leven geeft.

Nietzsche was het niet eens met het idee dat ‘geluk’ een voortdurende gemoedstoestand kan zijn. Hij was van mening dat geluk kortstondig is, een vluchtige staat die op elk moment tot zijn einde kan komen.

Nietzsche omschreef geluk als een ‘ideale staat van luiheid’. Met andere woorden: een staat waarin je geen zorgen en problemen hebt.

In tegenstelling tot deze gedachte vond Nietzsche dat tevredenheid alleen gevonden kan worden door middel van vitale kracht en vechtlust waarmee alle obstakels die vrijheid en assertiviteit beperken tegen kunnen worden gegaan.

Gelukkig zijn houdt in dat je in staat bent om deze vitale kracht te bewijzen door tegenslag te overwinnen en originele manieren te bedenken om je leven te leiden.

 

Nietzsche in eigen woorden

Volgens Nietzsche kan je niet constant gelukkig zijn. Geluk is volgens hem een momentopname waarin je geen problemen of zorgen hebt.

Maar hij vond ook dat je voor deze tevredenheid moest vechten. Met deze vechtlust of kracht kon je alle hindernissen die je vrijheid beperken, tegengaan.

(assertiviteit = opkomen voor jezelf en je eigen mening durven verdedigen)

Met deze kracht kan je ook tegenslagen overwinnen en originele manieren bedenken om je eigen leven te leiden zoals jij dat wil.

 

 

 

José Ortega y Gasset en geluk als convergentie

Deze Spaanse filosoof was ervan overtuigd dat een staat van tevredenheid alleen gevonden kan worden wanneer het ‘geprojecteerde leven’ en het ‘effectieve leven’ met elkaar overeenstemmen. Met andere woorden: wanneer het pad van wat we willen zijn en het pad van wat we werkelijk zijn convergent zijn.

In zijn werken schrijft hij het volgende:

“Als we onszelf zouden vragen waar de ideale staat van deze geest die geluk genoemd wordt uit bestaat, dan kunnen we gemakkelijk een initieel antwoord vinden: geluk bestaat uit het vinden van iets dat ons volledig bevredigt en verzadigt.”

“Strikt genomen doet dit antwoord niets anders dan ons te vertellen waar deze subjective staat van volledige bevrediging uit bestaat. Aan de andere kant daarentegen ook van welke objectieve omstandigheden er sprake moet zijn om te kunnen achterhalen wat ons zal bevredigen.”

Volgens Ortega y Gasset hebben alle mensen de potentie en het verlangen om gelukkig te zijn. Dit betekent dat iedereen zelf bepaalt hoe zijn realiteit eruitziet en wat hem gelukkig zal maken. Als een persoon werkelijk in staat is om deze realiteit te verwezenlijken, dan zal hij gelukkig zijn.

 

JOSÉ ORTEGA Y GASSET IN EIGEN WOORDEN

Convergentie is naar elkaar toe bewegen.

José Ortega Y Gasset is een Spaanse filosoof die vindt dat je gelukkig bent als je werkelijk bent wie je wil zijn.

 

Iedereen heeft een verlangen naar een bepaald beeld van wat hem gelukkig zal maken. Als je dat beeld kan verwezenlijken, ben je volgens José Ortega Y Gasset een gelukkig mens.

 

Slavoj Žižek en geluk als paradox

Deze filosoof stelt dat werkelijk gelukkig zijn een kwestie van meningen is en niet een kwestie van waarheid. Voor hem zijn voldoening en tevredenheid het product van kapitalistische waarden die indirect eeuwige voldoening beloven door middel van consumptie.

In de mens overheerst echter het gevoel van ontevredenheid, omdat ze in werkelijkheid niet weten wat ze willen.

Iedereen gelooft dat wanneer hij iets bereikt (iets kunnen kopen, zijn sociale status kunnen verbeteren, iets presteren etc.), dat hij gelukkig zal zijn, terwijl we in werkelijkheid onbewust gewoon slechts weer iets nieuws willen bereiken, waardoor we voor altijd ontevreden zullen blijven.

Slavoj Žižek in eigen woorden

Een paradox is een schijnbare tegenspraak of een uitspraak die zichzelf tegenspreekt.

Deze filosoof uit Slovenië leeft nog. Hij stelt dat de mens voor altijd ontevreden zal blijven omdat de mens DENKT dat hij geluk kan vinden door iets te bereiken (dingen kopen, presteren, ...) terwijl hij alweer iets nieuws wil bereiken. Hierdoor blijven we voor altijd ontevreden.

 

We willen altijd iets anders terwijl we niet weten wat we willen.